Italiaanse pastavormen

ITALIAANSE  PASTA – Vormen
Voor algemene informatie over pasta en pasta koken
CANNELLONI: ronde holle pijpjes, circa 10 centimeter lang, die gevuld kunnen worden. Tip: niet echt superhandig. Alternatief: Lasagnevelletjes om een vulling rollen.

CANNESTRINI: pasta in de vorm van strikjes.

CAPELETTI: een soort spiraalvormige trechtertjes.

CAPELLINI: heel dunne spaghetti (circa 1 millimeter) – ook wel capelli d’angelo genoemd (engelenhaar – Engels: Angel hair).

DITALI: korte pijpjes ongeveer zo dik als elleboogmacaroni.

FARFALLE: pasta in de vorm van vlindertjes.

FETTUCCINE: een platte, lintvormige pasta.  Fettucine is het Romeinse equivalent van tagliatelle.

FUSILLI: spiraalvormig, boven zo lang en dik als spaghetti, onder een kortere en dikkere vorm.

LASAGNE: platte vellen pasta die gebruikt worden in lagen in ovenschotels met tussen de lagen bijvoorbeeld een vulling van vlees, groenten, kaassaus en/of tomatensaus In verschillende grootten, breedten en soms met geribbelde randjes verkrijgbaar.

LINGUINE: heel smalle, lintvormige pasta (dunne tagliatelle).

LUMACHE: links lumache grande (groot) rechts lumache picoli (klein).

MACCHERONI rechte holle pijpjes, net zo dik als de Nederlandse elleboogjes macaroni en doorgaans even lang als spaghetti.

ORECCHIETTE NAPOLETANA: uit Napels afkomstig.

PAGLIA E FIENO:  hetzelfde als tagliatelle, maar ‘opgevouwen’ in de handel.

PAPARDELLE: lintvormige pasta, kan 1 tot 4 centimeter breed zijn.

PENNEkorte holle buisjes met schuin aflopende uiteinden. Penne rigate is een geribbelde soort, Pennine een dunnere.

RAVIOLI: vierkante of ronde deegkussentjes met een variërende vulling: Kan vlees, kaas of groente (vaak spinazie) zijn.

SPAGHETTI: lange, ronde pasta, waarvan de dikte van streek tot streek kan verschillen. De naam is afgeleid van het Italiaanse woord spago, dat snaar betekent.

TAGLIATELLE: de meest gebruikelijke vorm van de platte lintvormige pasta. Is  naturel, groen (met spinazie) en zwart (met inkt van de inktvis) verkrijgbaar.

TORTELLINI: kleine gevulde pasta gemaakt van deegrondjes.

VERMICELLI: dunne pasta, wordt opgerold (in nestjes) verkocht. Wordt vrijwel altijd gebruikt als vulling in soep. Gewoon mee koken in de soep of – als de soep helder moet blijven – eerst voorkoken in ruim water.