Besjesgort met Zuidvruchten

RECEPT VOOR 6 – 8 personen

INFO:

Dit dessert zit boordevol lekkere gedroogde vruchten en kan zowel warm als koud gegeten wordenHet is een variant (met extra veel fruit) van een eeuwenoud gerecht dat watergruwel of krentjebrij heet.

LET OP: Enige planning is nodig. Gedroogde pruimen (pruimedanten) moeten van te voren geweekt worden. 

Tip: Besjesgort gaat er op vooruit als hij enkele uren kaan staan voor dat hij gegeten wordt. Ook warme besjesgort is lekkerder als hij eerst af kan koelen en later weer opgewarmd wordt.


WEETJE:

Gruwel is (afgeleid van) het oud Indogermaanse woord voor gort en grutten

De oervorm van watergruwel bevatte alleen gort, water en – weinig of geen – dure smaakmakers.

Het was een flauwe slijmerige pap die door de armen gegeten werd en door menigeen – op z’n zachts gezegd – niet lekker gevonden werd. Daar komt de uitdrukking ‘ergens van gruwelen’ (iets verafschuwen of afschuwelijk smerig vinden) vandaan.

In de loop der tijd werd er aan de ‘watergruwel’ steeds meer suiker, krenten en rozijnen toegevoegd en in de hedendaagse varianten zit meestal ook nog bessensap, kaneel en citroenschil.

De naam watergruwel bleef door de tijd heen gehandhaafd, behalve in het noorden van Nederland. In Drente en Groningen noemt men watergruwel krentjebrij (of krentenbrij) en in Friesland heeft men het over ‘krintsjebrij’ (en daar zit vaak kruidnagel in).

Ondanks de nieuwe ingrediënten heeft het gerecht bij velen nog steeds niet zo’n beste reputatie. Dat is waarschijnlijk grotendeels te danken aan de onaantrekkelijke naam en daarom heeft de zuivelindustrie (!) het als ‘Bessola’ in de handel gebracht.


VOORBEREIDEN (pruimen weken): tenminste 8 uur of zie verpakking.

BEREIDINGSTIJD: circa 1/2 uur.


VOORBEREIDEN:

Week de pruimen –  in 1 liter water (afgedekt / op kamertemperatuur).


BEREIDEN:

Haal de geweekte pruimen uit het weekwater en doe ze in een grote pan.


Vul het weekwater aan met water tot een liter en giet het bij de pruimen in de pan.


Breng het water en de pruimen aan de kook.


Intussen:
De rozijnen, krenten, citroenschil, pijpkaneel, gort en het zout bij het water en de pruimen in de pan doen.


Leg – als alles kookt – een deksel op de pan.

Temper de hittebron zo dat de inhoud van de pan zachtjes blijft koken.


Voeg – na 15 minuten koken – het bessensap en suiker naar smaak toe.


Breng de besjesgort weer aan de kook.


Intussen:
Roer – in een kommetje – een papje van een beetje water en het aardappelmeel of de maïzena.


Roer goed in de pan besjesgort en giet het gemaakte papje er in een dun straaltje bij.


Blijf roeren tot de besjesgort even goed doorgekookt heeft en (licht) gebonden is.

Zet de hittebron uit en laat de besjesgort af koelen (gewoon, bij kamertemperatuur in de pan).

BENODIGDHEDEN:

1 zakje gedroogde pruimen
75 gram rozijnen
75 gram krenten
1/4 citroen met schil (onbespoten, goed wassen!)
2 stuks pijpkaneel (elk  10 centimeter), zie: Tip.
100 gram snelkokende gort (is te koop in de supermarkt, zoek bij de bakproducten of de ontbijtgranen)
1/2 theelepel zout
3 deciliter (ongezoet) bessensap, zie: Info
ongeveer 150 gram suiker
1 volle eetlepel aardappelmeel of maïzena

Tip.

In plaats van pijpkaneel kan er ook na de bereiding kaneelpoeder naar smaak gebruikt worden (handig als niet iedereen evenveel van kaneel houdt).

Info:

Naar keuze kan (zelfgemaakt of gekocht) sap van rode of zwarte aalbessen, vlierbessen of bosbessen gebruikt worden.