Chocoladekoekjes met sneeuw

RECEPT VOOR circa 20 stuks

INFO:

Dit zijn lekkere zachte koekjes, leuk om in de kerstvakantie samen met kinderen te bakken voor de kerstdagen.  Ze kosten weinig en zijn eenvoudig te maken, er is zelfs geen deegroller voor nodig (er worden balletjes deeg gemaakt die tijden het bakken in de oven vanzelf inzakken).

LET OP: Het deeg moet koelen en daarom enige uren (tot een dag) van te voren gemaakt worden.


VOORBEREIDEN (deeg maken): circa 25 minuten

KOELEN: circa 1 – 2 uur (of langer, maximaal 1 dag)

BEREIDEN (deegballetjes rollen): circa 25 minuten

OVENTIJD: 10 – 12 minuten (voorverwarmen niet meegerekend)


VOORBEREIDEN:

Doe de boter in een (steel)pan en laat hem op een zeer lage hittebron smelten. Let op dat hij niet bruin wordt!

Intussen:

Zet een zeef op een kom (of schaal) en doe daar de bloem, het bakpoeder, het zout en het cacaopoeder in.

Schud de inhoud van de zeef door de zeef heen in de kom. Wrijf achtergebleven klontjes met een lepel door de zeef.

Zet het bloem-mengsel opzij en giet de gesmolten boter in een andere kom (of in de mengkom van de keukenmachine). 

Roer de suiker en de vanillesuiker – met een garde – door de gesmolten boter. (Tip: De suiker hoeft nog niet op te lossen.)

Kluts het ei – in een kommetje – los met het sinaasappelsap.

Doe het losgeklopte ei bij het suiker / botermengsel en klop alles met een garde door elkaar tot de suiker is opgelost.

Doe het bloem-mengsel er bij, meng het er door en klop verder tot er een egaal mengsel in de kom ontstaan is.

(Tip: Het eindresultaat is geen echt deeg, maar een dik, kleverig beslag.)

Werk beslag dat aan de rand van de kom kleeft met een spatel naar het midden toe.

Zet de kom – afgedekt met plasticfolie of een bord – in de koelkast tot het deeg stijf geworden is. (Dit duurt circa 1 – 2 uur).

BEREIDEN:

Haal de bakplaat uit de oven en vet hem in.

Verwarm de oven voor: Een gewone elektrische oven op 200 graden Celsius, een hete luchtoven op 180 graden Celsius, een gasoven op stand 3 – 4.

Doe de poedersuiker in een diep bord.

Haal de kom met het deeg uit de koelkast

Schep met een eetlepel een stuk deeg uit de kom en rol er een balletje van dat  ongeveer zo groot is als een walnoot dik is (gewicht circa 15 gram).

(Tip: Wentel – om plakken te voorkomen – het stuk deeg voor het rollen even door de poedersuiker en wrijf ook de handen in met poedersuiker.)

Rol het balletje door de poedersuiker en probeer het er zo dik mogelijk mee te bedekken (daar worden de witte ‘sneeuw’vlekken mooier door).

Maak – op de zelfde manier – nog meer balletjes met poedersuiker tot het deeg op is en leg ze – met minstens 5 centimeter tussenruimte – op de baklaat.

Schuif de bakplaat in het midden van de oven en bak de koekjes gaar. Dit duur circa 10 minuten voor zachte koekjes en circa 12 minuten voor iets krokantere koekjes (die overigens van binnen wel zacht blijven).

Tips:

  • De koekjes zijn na het bakken nog erg zacht (ook als ze gaar zijn ! )

  • Bak de koekjes niet te lang, omdat ze al bruin zijn verbranden ze makkelijk zonder dat het te zien is.

  • Goed bevonden? Noteer voor een volgende keer de oventijd.

De koekjes hebben de neiging om vast te gaan zitten. Haal ze daarom enkele minuten na het bakken (met een pannenkoekenmes) van de bakplaat – en laat ze op een rooster afkoelen.

BENODIGDHEDEN:

EEN OVEN

EEN BAKPLAAT

EEN GARDE

 

voor het deeg:

75 gram tarwebloem
1 volle theelepel bakpoeder
een mespunt zout
25 gram cacaopoeder (ongezoet), zie: Tip
100 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
55 gram boter
1 groot ei (met schil circa 60 gram)
1 eetlepel sinaasappelsap (of water)

verder:
circa 30 gram poedersuiker

circa 1 eetlepel olie (om de bakplaat in te vetten)

 

Weetje:

 

De hoeveelheid deeg die gemaakt wordt is niet zomaar gekozen, hij:

  • kan door 1 persoon verwerkt worden voordat het deeg te warm en te plakkerig wordt
  • past op een bakplaat.

 

Daarom wat tips voor degenen die aan 20 koekjes niet genoeg hebben en meer deeg maken:

  • Haal steeds alleen hoeveelheid deeg uit de koelkast die verwerkt kan worden.
  • Het is belangrijk dat de bakplaat of bakplaten koud zijn als er aan het rollen van de nieuwe balletjes voor een volgende portie begonnen wordt (anders zakken ze voortijdig in)