Boerenkoolstamppot met rookworst

RECEPT VOOR personen

INFO:

Boerenkool moet meestal 30 minuten koken om goed gaar te worden, aardappelen maar 20 minuten. Houd daarom de volgorde in het recept aan. De boerenkool wordt eerder opgezet om te voorkomen dat de aardappelen tot pap koken voordat de boerenkool gaar is. 


TIP: Voor 700 gram gesneden boerenkool is circa 1200 gram niet schoongemaakte boerenkool (stronken met blad) nodig. 

Hoe boerenkool panklaar gemaakt wordt is te vinden bij WARENKENNIS – GROENTEN (zelf opzoeken, ga daarvoor terug naar


TIP: Boerenkool kan soms ook na lang koken stug blijven als het nog niet gevroren heeft. Dit kan verholpen worden door de boerenkool (gesneden!) in een plastic zak een nacht (of enkele dagen) in de diepvries te leggen. Voor gebruik niet ontdooien, gewoon bevroren opzetten.


BEREIDINGSTIJD: circa 40 minuten 


BEREIDEN:

Neem een grote pan – waar straks alles in past – en doe er een laagje water in (circa 2 centimeter).

Doe de boerenkool in de pan en strooi er zout over (zoveel als gewoonlijk over de aardappelen gaat).

Breng de boerenkool aan de kook en laat hem met een deksel op de pan zachtjes koken.

Intussen:

Schil en pit de aardappelen, snijd ze in stukken en was ze onder de koude kraan.

Doe de aardappelen bij de boerenkool in de pan.

Breng  de boerenkool en aardappelen weer aan de kook en laat ze nog circa 20 minuten – met een deksel op de pan – zachtjes verder koken tot de aardappelen gaar zijn.

Intussen:

Bereid de rookworst(en) 

Als de aardappelen 20 minuten gekookt hebben:

Controleer (af en toe) met de punt van een aardappelschilmesje of de aardappelen goed gaar zijn en giet – als dat het geval is – het overtollige kookvocht van de boerenkool en de aardappelen af. 

Stamp de aardappelen met de aardappelstamper fijn.

Zet de pan op een lage hittebron.

Doe de margarine bij de boerenkool en de gestampte aardappelen en roer de inhoud van de pan goed door (anders blijft er boerenkool op de bodem achter).

Roer – beetje bij beetje – melk (zoveel als nodig is) door de boerenkool tot die lekker smeuïg is.

Warm de boerenkool goed door en breng hem op smaak met zout.

Serveertip: Leg de rookworst(en) op de boerenkool. Zet tafelzuur op tafel.

BENODIGDHEDEN:

EEN AARDAPPELSTAMPER

700 gram gesneden boerenkool (pan klaar)
1-1/2 kilo aardappelen (geschild circa 1-1/4 kilo)
zout
400 gram rookworst, zie: Info
4 eetlepels margarine of rundvet (zie: Weetje, hieronder)
circa 1 – 2 deciliter melk

tafelzuur*: augurken, zilveruitjes, piccalilly (*tenminste één hiervan, liefst alle drie).


Info: 

De meeste rookworsten wegen 250 gram. Twee rookworsten zijn samen 500 gram en meer dan genoeg voor 4 volwassenen. Er blijft waarschijnlijk een halve rookworst over (die (ook koud) lekker op brood is – eventueel met mosterd). 

Tip: Voor kleine eters is één rookworst soms al voldoende.

Weetje: 

Vroeger werd voor boerenkool altijd rundvet gebruikt en dat is misschien niet zo gezond, maar wel erg lekker. Een beetje door eten was wel aan te raden anders werd de boerenkool stijf op je bord.

In minder welgestelde families kwam er geen tafelzuur maar azijn op tafel.

Tip: Rundvet is nog steeds te koop, zoek het bij de slagers of in goed gesorteerde supermarkten. Het is meestal een ronde staaf hard, wit vet dat in papier gerold is (soms is het blokvormig, net als een pakje margarine).